Lijn
‘Soms weet je nog niet precies waar je naartoe wil met een tekst. Al schrijvende kom je tot inzichten en nieuwe ideeën over hoe de tekst beter, pakkender, beknopter kan. Dat betekent soms ook dat hele alinea’s achteraf bezien toch beter weg kunnen en vervangen kunnen worden door nieuwe. Of vervangen door niks, door wit. ‘Goede schrijvers durven te schrappen’ was de conclusie van een onderzoek dat we behandelden op de universiteit. Ook in de praktijk ervaar ik dit zo.’
Lijn
Soms weet je nog niet precies waar je naartoe wil met een tekst. Al schrijvende kom je tot inzichten en nieuwe ideeën over hoe de tekst beter, pakkender, beknopter kan. Dat betekent soms ook dat hele alinea’s achteraf bezien toch beter weg kunnen en vervangen kunnen worden door nieuwe. Of vervangen door niks, door wit. ‘Goede schrijvers durven te schrappen’ was de conclusie van een onderzoek dat we behandelden op de universiteit. Ook in de praktijk ervaar ik dit zo.
Ook nu ik dit stukje tekst schrijf, weet ik nog niet precies waar ik op uit ga komen. Ik wil iets schrijven over mensen die mij inspireren, maar ik zoek nog naar een lijn in het geheel. Want lijn in een tekst, schrijven rond een bepaald idee en de cirkel ook rond maken, dat valt soms nog niet mee. Ook dat is wat mij betreft een kenmerk van goede schrijvers: ze brengen lijn en structuur aan in een tekst. Ze zorgen voor een kop en een staart. Elementen die de tekst herkenbaar én behapbaar maken voor de doelgroep. Ze zorgen ervoor dat de tekst niet blijft zweven, maar een plaats krijgt (hoe onbeduidend ook) in het hoofd van de lezer. Zodat die zich niet af hoeft te vragen: wat heb ik nu eigenlijk gelezen? Waarom heb ik dit gelezen? Waar ging dit nu naartoe?
Dit staat overigens los van een waardeoordeel door de lezer. Hij kan de tekst niet boeiend vinden, weinig aansprekend, het onderwerp kan hem totaal koud laten… Maar met structuur in het verhaal kan hij de tekst wel plaatsen. Hij weet waar het over ging. Ook deze column heeft zich inmiddels gevormd. De lijn in het verhaal bleek uiteindelijk de lijn in het verhaal te zijn. En ook de eerste alinea mag blijven staan.
Laatst was ik bij een klant die vond dat ik zijn missie en visie maar moest bedenken. Want ‘daar ben jij toch voor?’. Tot op zekere hoogte heeft hij gelijk. Met liefde verwoord ik de missie, visie, drijfveren en het onderscheidend vermogen van mijn klanten, maar bedénken…? Dat gaat een stap verder. Een essentiële stap wat mij betreft. Een stap waar ik niet in mee kan gaan. Als ik een missie of visie ga bedenken, dan wordt het immers míjn missie of visie. En niet meer die van mijn klant.
Gelukkig is het in de meeste gevallen helemaal niet nodig om een missie of visie te bedenken voor een klant. Want als je echt luistert naar mensen en de juiste vragen stelt, dan komt er altijd iets moois uit. Een goed verhaal begint dus bij jou. Want ook jij bent een mooi boek. Ik kom graag bij je langs om het samen met jou te schrijven.
Tekst van Dinges
Maartje van Roessel